Verbetering van de luchtkwaliteit: de belangrijkste trends in 2024
De luchtkwaliteit in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gaat al zo’n 10 jaar gestaag vooruit. In 2024 werden de geldende Europese normen in alle referentiemeetstations in de hoofdstad gehaald, net als een groot deel van de normen die tegen 2030 bereikt moeten worden.
Verschillende factoren verklaren deze positieve ontwikkeling verklaren, waaronder de lage-emissiezone, de versnelde transitie van diesel naar andere motoren, de modal shift en technologische ontwikkelingen.
Hoewel de verplichte normen worden nageleefd in de officiële meetstations van het Gewest, worden ze niet allemaal nageleefd op het secundaire net. Er zijn ook nog grote inspanningen nodig om de door de WGO (Wereldgezondheidsorganisatie) aanbevolen waarden te bereiken en zo de gezondheid van de Brusselaars te beschermen.
Goed om te weten
Luchtvervuiling heeft immers schadelijke gevolgen voor de gezondheid. De blootstelling aan vervuilende stoffen, vooral fijnstof (PM) en stikstofdioxide (NO2), is verantwoordelijk voor vroegtijdige sterfte, hart- en vaatziekten en aandoeningen aan de luchtwegen. Volgens de recentste cijfers van het Europees Milieuagentschap heeft blootstelling aan PM2.5 in 2022 in België geleid tot 4.150 vroegtijdige sterfgevallen, en de blootstelling aan NO2 tot 1.230 vroegtijdige sterfgevallen.
De situatie per verontreinigende stof
Het Jaarverslag over de Luchtkwaliteit presenteert de metingen van luchtverontreinigende stoffen die in 2024 werden uitgevoerd door de 11 meetstations van het telemetrisch netwerk van Leefmilieu Brussel, plus 2 stations van het Europees Parlement.
Hoewel in 2024 de huidige Europese normen voor NO2 werden nageleefd in de 13 officiële meetstations, worden de normen voor 2030 nog niet gehaald in de stations die sterk worden beïnvloed door het wegverkeer.
Een overzicht van de resultaten volgens de gemeten luchtverontreinigende stoffen:
- De hoogste concentraties van NO2 werden gemeten aan de stations Regent, Kunst-Wet en de Charles Buls-school, die zich allemaal aan de Kleine Ring bevinden.
- De fijnstofdeeltjes (PM10 en PM5) voldoen aan zowel de huidige Europese normen als de toekomstige normen van 2030. De jaarwaarde voor PM10 wordt slechts marginaal overschreden in het station Sint-Jans-Molenbeek.
- Ozon: de huidige en toekomstige streefwaarden van de Europese richtlijn worden gehaald. Over het algemeen nemen de ozonpieken in Europa af, terwijl de achtergrondconcentraties stabiel blijven of toenemen.
- Koolmonoxide (CO) en zwaveldioxide (SO2): zowel de Europese normen als de WGO-waarden worden gerespecteerd. Deze verontreinigende stoffen worden niet langer als problematisch beschouwd.
- Black carbon (BC): de concentraties zijn de afgelopen jaren sterk gedaald.
Conclusie
Het naleven van de toekomstige Europese normen en de door de WGO aanbevolen waarden vereist dat de inspanningen om luchtveronreiniging te beperken worden voortgezet. De uitstoot moet, vooral in de transportsector, worden verminderd op lokaal niveau, maar ook drastisch op Europees niveau.